Hoofdstuk 81 – Bloemen, Séances en het Oproepen van
Geesten


“Wanneer je een bloem neerlegt voor een dode,
leg je stilte neer voor wie nog leeft.”


Sinds mensenheugenis proberen we contact te leggen
met hen die zijn overgegaan.
Door bloemen.
Door rituelen.
Door het stille fluisteren van hun naam.


Of, in extremere vorm via séances, spiegels, pendels of schaduwen.


Maar binnen Anu’ra geldt:
De dood is geen eindpunt. Maar de ziel heeft rust nodig, geen onrust.


Waarom roepen we geesten op?


Uit gemis
Uit schuld
Uit liefde
Uit nieuwsgierigheid
Uit angst voor de dood


De mens zoekt bevestiging dat er meer is.
En dat klopt.
Er ís meer.
Maar niet alles wat onzichtbaar is, hoort aangeraakt te worden.


“Niet iedere deur is bedoeld om open te duwen.

Sommige zijn bedoeld om voorbij te lopen.”


Wat is het verschil tussen een bloem en een séance?


Een bloem:
Draagt liefde
Is stil
Vraagt niets
Laat zijn wie is overgegaan
Spreekt de taal van herinnering en respect


Een séance:
Roept
Verwacht antwoord
Doorbreekt vaak de rust van een ziel
Is soms gedreven door ego of nieuwsgierigheid
Kan onbedoeld energieën aantrekken die niet zuiver zijn


Binnen Anu’ra geloven we:
Wie echt contact wil met een ziel, doet dat in stilte, niet met sensatie.


Kun je wel communiceren met overledenen?


Ja, maar niet zoals in films.


Echte communicatie gebeurt:
In dromen
In intuïtieve ingevingen
Via tekens (vogels, muziek, woorden die terugkomen)
Via plotselinge vrede in je hart


De ziel van een overledene kan zich laten voelen,
maar alleen als dat dienend is voor jouw pad en hun rust.


“Zielen zijn geen marionetten. Ze zijn reizigers, net als wij.”


Wat zegt Anu’ra over geesten oproepen?


Doe het nooit vanuit leegte, angst of sensatie
De sluier tussen werelden is dun maar niet bedoeld om geforceerd te worden
Je weet nooit wie of wat je aantrekt als je roept zonder richting


In Anu’ra gebruiken we géén séances, pendels of spiegels.


We eren de overledenen met:
Stilte
Witte bloemen
Licht
Gedachten van dankbaarheid
Het voorzetten van hun liefde in daden


“De doden willen niet dat je ze roept.
Ze willen dat je leeft in hun geest.”


Tot slot


Er is leven na de dood.
Maar de dood is geen toneel.
Het is een heilige overgang.
De zielen die zijn gegaan, zijn niet verdwenen.


Ze zijn op reis.
En als ze jou iets willen zeggen,
dan doen ze dat in stilte, met zachtheid, niet in een cirkel van kaarsen.


“Leg bloemen.
Niet om ze terug te halen,
maar om hen te laten weten dat je ze nooit bent vergeten.”