Hoofdstuk 8 – De Levensvragen


“Sommige vragen zijn geen deuren naar antwoorden,
maar vensters naar diepte.”


Ieder mens stelt ze.
Soms fluisterend voor zichzelf.
Soms schreeuwend naar de hemel.


Waarom besta ik?
Waarom is er lijden?
Waarom sterven we?
Wat is de zin van dit alles?


Anu’ra geeft geen absolute antwoorden.
Want waarheid die opgelegd wordt,
is geen waarheid meer.


Anu’ra biedt zicht, geen conclusie.
Inzicht, geen dictaat.


Waarom besta ik?


Omdat bewustzijn zichzelf wil ervaren.
Jij bent geen fout, geen toeval, geen ongeluk.
Je bent een vonk van een groter veld,
die tijdelijk vorm heeft aangenomen om iets te voelen, te leren, te dragen, te herkennen.


“Jij bent niet op zoek naar zin.
Jij bént de zin.”


Je hoeft niets groots te doen om betekenisvol te zijn.
Ademen met aandacht is al genoeg.


Waarom is er lijden in de wereld?


Lijden is de ruwste, maar soms meest zuivere vorm van bewustwording.
Niet omdat pijn goed is 
maar omdat pijn je stilzet.


Ze haalt je uit je routine.
Ze opent plekken in jezelf die je anders niet had aangeraakt.
Ze breekt af wat niet echt is,
zodat het echte zichtbaar wordt.


Anu’ra zegt:
“Pijn is niet de vijand. Onbewustheid is dat.”


Maar lijden is ook geen doel.
Wanneer het verzacht kan worden, moet het verzacht worden.
Mededogen is de hoogste vorm van intelligentie.


Waarom sterven we?


Omdat elke vorm tijdelijk is.
De boom sterft, maar het bos leeft.
De golf sterft, maar de zee blijft.
Jouw lichaam sterft.


Jouw naam verdwijnt.
Maar jij dat wat waarneemt
is geen object, maar een trilling.
Sterven is terugkeren naar stilte.


Zoals inademen terugkeert in uitademen.
Zoals dag in nacht.


“De dood is geen einde,
maar een ontwaken zonder lichaam.”


Wat is het doel van het leven?


Niet succes.
Niet perfectie.
Niet ‘iets worden’.


Het doel is: aanwezig zijn.
Aanwezig in wat er nu is.
Aanwezig in jezelf.
Aanwezig in de ander, zonder oordeel.


Aanwezig in je keuzes, je fouten, je verwarring.
Het leven vraagt niet om een script,
maar om een ontmoeting.


“Jij hoeft geen zin aan het leven te geven.
Je hoeft het alleen maar te léven.”


Wat als ik het niet weet?


Dat is goed.
Weten is geen voorwaarde om diep te leven.
Twijfel is een teken van openheid.
En openheid is vruchtbare grond.


Anu’ra zegt:
“Wie alles weet, kan niets meer leren.
Wie durft te vragen, is al wakker.”


En dus...


Stel je vragen.
Wees stil met ze.
Draag ze met mildheid.
Zoek niet om te vinden 
maar om te voelen waar je bent.


Er is geen gids buiten jezelf.
Maar je bent ook niet alleen.
Iedere vraag die jij stelt,
is al door duizenden gesteld.


En in dat stellen
ontstaat verbondenheid.


“Sommige antwoorden fluisteren.
Ze schreeuwen niet.
Ze ademen met jou mee,
en worden pas gehoord
wanneer jij stil bent.”