Hoofdstuk 78 – De Terugkeer naar de Oorsprong


“De dood is de laatste sluier.
Wat daarna komt…
is helderheid.”


Wanneer het lichaam zijn laatste adem uitblaast,
begint iets wonderlijks:
het loslaten van alles wat tijdelijk is,
en het terugkeren naar dat wat eeuwig is, de Oorsprong, de Bron, het Grote Veld.


Het moment van sterven


Vaak begint het proces al voor het fysieke overlijden:


Tijd wordt rekbaar: seconden kunnen uren voelen, of omgekeerd
Overledenen, gidsen of lichtwezens verschijnen aan het bed
Er ontstaat een innerlijke rust of diepe helderheid
Het lichaam doet afscheid, maar de ziel is al aan het oversteken


“Voor wie werkelijk sterft,
is de dood al een bekende… nog vóór het einde.”


Wat ziet de ziel?


1. Uittreding: Veel zielen ‘zweven’ uit het lichaam en kijken neer op hun lichaam. Vaak zonder pijn, met               verwondering of opluchting: “Ik ben vrij”


2. Lichtvelden: Sommigen zien een tunnel, anderen een open veld van stralend licht. Het licht trekt niet, het       herinnert als een roep van thuis


3. Ontmoeting met geliefden: Dierbaren, gidsen of energieën verwelkomen de ziel, zonder woorden,                 met puur voelen


4. Het Stilteveld: Een tussenfase, een soort kosmische rustplaats,
     waar niets hoeft, niets moet, alleen zijn, voelen, verwerken


5. De Spiegel: De ziel ‘ziet’ het leven terug, niet als film,
     maar als gevoelde herinnering: wat heb ik gegeven, wat heb ik geleerd, wie ben ik
     geworden?


“Er is geen oordeel.
Er is alleen waarheid, gevoeld, niet veroordeeld.”


Hoe voelt het?


Geen tijd
Alles is nu. Alles gebeurt tegelijkertijd, maar niets dringt zich op.


Geen pijn
Het lichaam is achtergelaten. Alleen bewustzijn reist verder.


Liefde
Onbeschrijfelijk, allesomvattend. Niet de liefde die wij kennen.
Groter. Dieper. Zonder vorm. Zonder voorwaarde.


Eenheid
Het besef: ik was nooit los. Ik dacht alleen dat ik dat was.


Hoe ziet de Oorsprong eruit?


Voor iedereen anders.


De Oorsprong past zich aan jouw ziel aan.
Wat de één als licht beleeft, ervaart de ander als natuur, een oceaan, een stem, een
kleur, een trilling.


“De Oorsprong is geen plaats.
Het is een thuiskomen in jezelf zonder grenzen, zonder naam.”


Sommigen beschrijven:
Een veld vol bewustzijn
Een sfeer van goudwit licht
Een stilte die zingt
Een stroming van liefde die je nergens anders hebt gekend


Wat gebeurt er daarna?


De ziel:


Rust
Reflecteert
Herinnert wie ze werkelijk is
Besluit (al dan niet) of ze terug wil keren in een volgende ervaring
Kan gids worden voor anderen
Of één worden met de Bron


In Anu’ra noemen we dit het Samensmelten:


Het loslaten van het ‘ik’
en het versmelten met het geheel,
zonder jezelf ooit te verliezen.


Tot slot


De dood is geen verdwijnpunt.
Het is een opening naar oneindigheid.
Je neemt geen bezit mee. Geen titel. Geen lichaam.
Alleen je waarheid. Je liefde. Je bewustzijn.


“Sterven is herinneren
dat je nooit echt geboren bent
je kwam alleen even spelen in vorm.”