Hoofdstuk 40 – De Leugen van Presteren


“Je bent niet hier om iets te bewijzen.
Je bent hier om jezelf te herinneren.”


Vanaf onze kindertijd leren we:


“Goed gedaan!”
“Wat wil je later worden?”
“Je moet wel iets bereiken…”


En zo wordt langzaam het zaad geplant:


je bent pas iets als je iets levert.
Als je cijfers hoog zijn.

Als je baan iets betekent.
Als anderen het zien en klappen.


Maar wie was jij vóór je iets presteerde?
Wie ben jij als niemand toekijkt?


Waarom is presteren zo diep verankerd?


Omdat we:


bang zijn om onzichtbaar te zijn
verlangen naar bevestiging
denken dat rust hetzelfde is als luiheid
zijn opgegroeid in een wereld die ‘doen’ belangrijker vindt dan ‘zijn’


Maar presteren is een concept.
Een constructie.


“Je hoeft niet op te vallen om waardevol te zijn.
De zon presteert ook niet.
Ze is en dat is genoeg.”


De valkuilen van prestatie-denken


Je vergelijkt je constant met anderen
Rust voelt als falen
Je eigenwaarde hangt af van succes
Je weet niet meer wie je bent zonder je functie of prestaties


Het gevolg?


Je raakt jezelf kwijt 
in een wereld die je toejuicht,
maar niet kent.


Binnen Anu’ra


Binnen Anu’ra geloven we niet in presteren.
We geloven in groeien 
en dat is iets anders.


Groeien gaat niet over sneller, hoger, meer.
Groeien gaat over:


verdiepen
vertragen
afleren
verbinden
herinneren wie je werkelijk bent


“De boom groeit niet om indruk te maken.
Hij groeit omdat het zijn aard is.”


Wat als je niet meer hoeft te presteren?


Dan ontstaat:


Ruimte
Adem
Zelfcompassie
Creativiteit
Innerlijke rust


Je doet dan niet meer omdat je moet,
maar omdat het stroomt.
Omdat het klopt.
Omdat het vreugde brengt, niet enkel resultaat.


En als het niet stroomt?
Dan is niet doen net zo heilig.


Vragen om te onthouden


Als ik niets meer hoef te bewijzen… wat blijft er van mij over?
Wat doe ik uit liefde en wat doe ik uit angst?
Wie ben ik zonder mijn prestaties?
Kan ik mezelf waarderen zonder dat daar een resultaat tegenover staat?


Tot slot


Je bent niet wat je bereikt.
Je bent niet wat je oplevert.
Je bent niet de optelsom van diploma’s, projecten of titels.


Je bent.


En dat is het mooiste,
meest waardevolle,
meest goddelijke wat je ooit zult zijn.


“Jouw bestaansrecht ligt niet in wat je doet,
maar in wie je bent 
ook in stilstand, ook in twijfel, ook in rust.”