Hoofdstuk 25 – De Terugkeer naar Jezelf
“Je was nooit ver weg.
Je was alleen onderweg.”
We zoeken.
Ons hele leven.
We zoeken naar betekenis, liefde, veiligheid, richting, erkenning, rust.
We proberen beter te worden.
Bewuster. Sterker. Vrijer.
We reizen door boeken, religies, systemen, relaties, overtuigingen.
En op een dag beseffen we:
“Wat ik zocht,
was de plek waar ik ooit vertrok.”
De terugkeer naar jezelf
is geen ommekeer.
Het is een herinnering.
De reis is echt, maar jij was er al
Jij bent niet geworden.
Je bent onthuld.
Onder lagen van angst, haast, overtuiging en verhaal,
lag je al.
Klaar. Heel. Stil.
De reis heeft je niet beter gemaakt.
Maar wel wakker.
“Je keerde niet terug naar het oude,
je keerde terug naar het eeuwige.”
Wat betekent thuiskomen in jezelf?
Het betekent:
Dat je niets meer hoeft te bewijzen
Dat je voelt: “ik ben genoeg”
Dat je je verleden niet meer tegenhoudt
Dat je je toekomst niet meer opjaagt
Dat je met open ogen kijkt,
naar binnen en naar buiten
Thuiskomen betekent landen in je eigen aanwezigheid.
En zeggen:
“Hier ben ik.
Zonder laag.
Zonder verhaal.
Zonder moeten.”
Alles wat je gelezen hebt, leef je al
Anu’ra heeft je niets geleerd.
Ze heeft je alleen herinnerd aan wat je al wist:
Dat bewustzijn geen bezit is
Dat liefde niets nodig heeft
Dat stilte heelt
Dat jouw ziel onderweg is
Dat jij verbonden bent met alles wat leeft
De woorden waren geen les.
Ze waren een spiegel.
En jij
was altijd het antwoord.
De reis stopt hier niet
De terugkeer naar jezelf
is het begin van werkelijk leven.
Niet als ideaal.
Niet als verlicht wezen.
Maar als mens.
Met zachtheid. Met fouten. Met groei. Met liefde.
Je leeft niet om perfect te worden.
Je leeft om waarachtig aanwezig te zijn.
In jouw ritme.
In jouw licht.
In jouw stilte.
Tot slot
Je hoeft niets meer te zoeken.
Je hoeft alleen maar
te herinneren
dat je er al bent.
“Je hebt niets bereikt.
Je hebt jezelf teruggevonden.”